De mastel is een traditioneel Vlaams broodje, dat nu nog in een aantal bakkerijen en supermarkten in Oost-Vlaanderen te verkrijgen is, maar vroeger ook in Brussel en het Pajottenland gebakken werd.
Mastellen worden gemaakt op basis van bloem, melk, boter, suiker en kaneel. Ze zijn rond met een kuiltje in het midden en lijken daarom wat op een bagel of donut.
Een typisch Gentse bereiding is de zogenaamde ‘gestreken mastel’. Een verse mastel wordt doorgesneden, aan beide kanten met boter en bruine suiker bestreken en vervolgens – tussen twee stroken aluminiumfolie – met een strijkijzer gestreken. Het resultaat is een platte koek met gekaramelliseerde suiker vanbinnen. Een mastel kan evengoed in een croque-monsieurijzer ‘gestreken’ worden.
Mastellen worden ook vaak gedroogd verkocht. Gedroogde mastellen worden na het bakken afgekoeld, gekeerd en gedroogd in een lauwe oven.
bron: Wikipedia

De ingrediënten/verhoudingen voor recept komen uit het recept van Wim Ballieu.
Bron: 24kitchen.nl
Ingrediënten
Voor het deeg:
250 g volle melk
50 g boter
50 g verse gist
2 eieren
500 g bloem (broodbloem)
50 g (bruine)suiker
5 g kaneel (of 4 kruiden mengeling)
8 g zout
1 losgeklopt ei om te doreren
Gestreken mastellen:
50 g roomboter
50 g bruine basterdsuiker
Bereiding
Doe de melk, de boter en de gist in de beker en meng:
1 min / 37 °C / snelheid 2Voeg in deze volgorde: ei, bloem, suiker, kaneel en zout toe. Kneed:
6 min / kneedfunctie. Het deeg moet elastisch zijn.
Haal het deeg uit de kom. Laat 30 minuten rijzen.Verdeel het deeg in stukjes van 50 g, bol ze op. Laat ze 15 min rusten met sluiting naar boven.
Maak met je vinger een gaatje in het bolletje deeg, pas op, het mag geen gaatje tot onder zijn. Rek een beetje open, zorg dat je een ronde vorm behoudt, leg ze tenslotte op een bakplaat en laat ze 30 minuten rijzen
Verwarm de oven tot 225°C.
Bestrijk de mastellen met het losgeklopte ei en laat nog 30 min rijzen.
Bak 7 tot 8 minuten in een oven van 225 °C. Laat afkoelen op een rooster.
Gestreken mastellen:
Doe voor de vulling de boter en de bruine basterdsuiker in de mengbeker. Verwarm deze in de Thermomix op 50 graden, std 1 tot de boter is gesmolten.
Je snijdt een mastel doormidden en bestrijkt de beide helften met boter en bruine suiker (hoeveelheid naar keuze). Vervolgens leg je de beide helften terug op elkaar en strijk je ze tussen wat aluminiumfolie met een strijkijzer helemaal plat of je gebruikt een croque-monsieurijzer . De bedoeling is dat de bruine suiker lichtjes krokant wordt.
Zoals vermeld is de mastel, typisch voor Oost-Vlaanderen.
Echter, elke streek heeft zijn typische afwerking.
In sommige streken wordt het gaatje opgevuld met pudding of gebonden kriekjes of ananas.
Van zodra ik deze ook zo heb proberen maken, plaats ik het recept hierbij.
Wordt vervolgd….