- De indikfunctie
Indikken doe je bij gladden sauzen, pudding,… dan kook je zonder klonters en moet je stevig roeren met de indikfunctie. Alleen als er stukjes in je gerecht moeten blijven mag je niet stevig roeren en dus geen indikfunctie gebruiken.
Stel je wilt ratatouille maken, mag je dan de indikfunctie gebruiken?
Het antwoord is neen! Wanneer er “brokken” in je gerecht zitten, nooit indikken omdat dat ook gaat mixen en dat is niet de bedoeling. In de plaats daarvan kan je Maizena oplossen en dit met een lepel bij je gerecht doen.
Indien je bereiding in de mengbeker nog koud is, hoef je Maizena of bloem NIET op te lossen. Stel je toestel daarna in op stand 1 of 2. Bij zachte groenten, stel je toestel dan in op stand lepeltje.
Hoelang moet het toestel draaien op stand lepeltje als je wilt binden?
Op 90°C krijgt je gerecht binding (dus wordt het dikker), indien je bereiding nog te lopend is kan je er meer Maizena aan toevoegen.
2. Het opwarmen
Dit gebeurt met ‘het keteltje’ of ‘de opwarmfunctie’.
- Het keteltje gebruik je voor vloeibare, lopende bereidingen
- De opwarmfunctie gebruik je bij vastere bereidingen.
Een woordje uitleg over ‘de opwarmfunctie’.
Hierbij heb je 3 standen die je kan gebruiken: stand lepeltje, stand 1 en stand 2 + deze staan ook steeds op links omdraaien.
In het voorbeeld van hierboven, bij ratatouille. Nooit op stand 2 zetten want dan wordt je ratatouille moes! Je kan dan beter stand lepeltje nemen, de temperatuur iets hoger zetten (70 à 80°C) en je spatel door de opening van het deksel houden om mee te roeren. Tussendoor eens proeven. Wat je ook kan doen is de vlinder plaatsen, ook op stand lepeltje. De vlinder zal voor een goede roering zorgen. Wel bij het starten van je toestel kijken of de vlinder niet van je messen schiet!